Het treurdicht van García Lorca

Het is 29 april 1936, de locatie is restaurant Los Galayos te Madrid. Op een steenworp afstand van Plaza Mayor houd de generatie van ’27, een groep Spaanstalige kunstenaars die samen op de kunstacademie in Madrid hebben gestudeerd, haar reünie. Lachend kijken de  grootste  dichters die de Spaanse poëzie  heeft voortgebracht in de camera. De hoofdpersoon van dit verhaal,Federico García Lorca, verschuilt zich achter de brede schouders van boezemvriend Vicente Aleixandre. Zouden zij weten dat dit de laatste keer was dat ze elkaar samen zouden zien? Zou García Lorca geweten hebben dat zijn tragische dood aanstaande was?

 

generacion-27
Los Galayos. Staand van links naar rechts: Vicente Aleixandre, Federico García Lorca, Pedro Salinas, Rafael alberti, Pablo Neruda, José Bergamín, Manuel Altolaguirre, María Teresa León, Victor María Cortezo. Zittend: Eugenio Imaz, Onbekend, Helena Cortesina, Manuel Fontanals, Santiago Ontañón, María Antonieta Agenaar Volgelzanz, Concha Méndez, Luis Cernuda, Maruja Mallo, La Argentinita, J.E. Moreno Báez. 

Federico García Lorca was een van de voornaamste leden van de gouden generatie van ´27. Een alleskunner, die niet alleen gedichten schreef maar bijvoorbeeld ook toneelspelen regisseerde waarin hij zelf als een van de acteurs aantrad. Het werk van Lorca  was zowel opvallend  als onopvallend. Een toneelstuk over de liefde tussen een kakkerlak en een vlinder (à la Romeo en Julia) werd wegens een gebrek aan succes afgeschoten, de vele gedichten die Lorca schreef over het zigeunerleven werden dan weer wél een groot succes.

 

De stijl van García Lorca zou geschaard kunnen worden onder het surrealisme van zijn tijd. Zijn manier van schrijven stond erg dichtbij het werk van surrealistische kunstenaars zoals Salvador Dalí en cineast Luis Buñuel. García Lorca, heimelijk homoseksueel, stond misschien ook wel in het werkelijke leven iets te dicht bij zijn  ‘goede vriend’ Dalí. Helaas voor Lorca ging Dalí nimmer op de avances  van de verliefde woordkunstenaar in. Het verhaal wil dat de heimelijke liefde van Lorca voor Dalí zelfs een wig dreef tussen de twee, resulterend in de film van Dalí en Buñuel genaamd Un Chien Andalou, -Een Andalusische Hond-. Lorca nam aan dat de titel op hem sloeg en van enige vriendschap tussen de twee kunstenaars was geen sprake meer. Lorca sleepte zich van depressie naar depressie, als een gekwelde ziel die zich door de rest van de wereld niet begrepen voelde.

 

Spanje was in deze jaren een land met vele politieke spanningen. De  democratisch gekozen volksfrontregering (een combinatie van verschillende linkse en progressieve  politieke partijen) zat niet al te stabiel in het zadel. Op de Canarische Eilanden bespraken verschillende fascistische generaals, waaronder de latere dictator Franco, de optie tot het plegen van een militaire coup. Fascistische knokploegen maken jacht op prominente aanhangers van het Volksfront. De Spaanse Burgeroorlog  was op handen.

 

federico garcia lorca
Federico García Lorca © Federica Masini

Lorca was een uitgesproken aanhanger van het Volksfront en heeft meerdere malen zijn socialistische denkbeelden openlijk verkondigd. Zijn steun aan het socialisme heeft waarschijnlijk te maken met zijn eigen ervaringen met  armoede en sociale ongelijkheid. In 1929 ondernam García Lorca een trip naar de Verenigde Staten; hier was hij een getuige van de grote beurskracht die in New York plaatshad en zag hij de armoede en het racisme waaronder de zwarte bevolking te lijden had. Ook zag hij in eigen land de grote ongelijkheid tussen stad en platteland en tussen rijk en arm.

 

De generatie van ’27 valt uit elkaar in al het politieke geweld. Pablo Neruda en Rafael Alberti, beiden aanwezig  op  bovenstaande foto, zoeken als linkse artiesten hun veiligheid in het buitenland. Salvador Dalí steunt de militaire coup van generaal Franco en zijn trawanten openlijk, alhoewel hij zich op dat moment in New York bevindt. Vicente Aleixandre hield zich tijdens de oorlog gedeisd, maar kreeg onder het Franco-bewind een schrijfverbod opgelegd.

 

Drie dagen voor het uitbreken van de oorlog besluit ook Lorca dat vanwege alle politieke spanningen de stad Madrid niet langer veilig terrein is voor hem. García Lorca vertrekt naar Granada, waar zijn zwager als burgemeester de scepter zwaait en hij hem hopelijk beschermen zal tegen al het politieke geweld  in de Spaanse hoofdstad.

 

Echter bleek ook Granada niet veilig voor de gekwelde poëet. Nadat zijn zwager op 18 augustus werd doodgeschoten door de zogenaamde fascistische ‘zwarte troepen’ werd ook García Lorca door de opstandige milicias gearresteerd en vermoedelijk geëxecuteerd. Zijn lichaam moet, net als dat van meer dan 200.000 andere Spanjaarden, nog ergens in één van de vele massagraven liggen en is nimmer teruggevonden.

 

Na de oorlog is de generatie van ’27 nooit meer bij elkaar gekomen. Dankzij de oorlog was het trieste lot van de grootste generatie Spaanse dichters bezegeld. Wat rest is de foto van hun laatste bijeenkomst in dit Madrileense restaurant, enkele standbeelden, maar vooral miljoenen boeken die gevonden kunnen worden in bibliotheken over de gehele wereld.

 

 

Auteur: Tristan Fleerkate. Eerder verschenen op A Fetish for Poetry.